De Wijde Landen - Ruimzicht

De buitenplaats De Wijde Landen is ontstaan uit het voormalige koetshuis van Spaensweerd, dat in het overpark lag (oftewel aan de overzijde van de Bronckhorsterweg).  Toen Spaensweerd in 1812 werd verkocht, werd het overpark met het koetshuis waarschijnlijk apart verkocht. Mogelijk werd tussen 1812 en 1819 een landhuis gebouwd ter plekke van het oude koetshuis. In 1819 was de buitenplaats eigendom van Jan Carel baron van Eck, lid van de Staten van Gelderland. Het huidige huis is vermoedelijk kort na 1855 gerealiseerd. In 1883 werd de buitenplaats, toen Ruimzicht geheten, door de erven van mevrouw Wijers-Posthuma publiekelijk verkocht: ‘het landgoed Ruimzicht, op een halfuur afstand de stad Zutphen aan den Kanonsdijk, bestaande uit heerehuis voor zomerverblijf met boerenwoning, stalling, terrein van vermaak met koepel, boomgaard, bouw- en weiland’. Het geheel was ruim 15 hectare groot. Er werd speciaal melding gemaakt dat het zeer zware kleigrond betrof, die geschikt was voor de aanleg van een steenfabriek. Koper was theehandelaar P.H.A.P. Lepeltak Kieft, die de buitenplaats rond 1890 verkocht aan Frederick Bogaardt. Deze werd later eigenaar van Groot Engelenburg. Tussen 1909 en 1961 was de buitenplaats eigendom van de familie Colenbrander. Mogelijk is daarna de naam veranderd in Wijde Landen.